Ik liep vanmiddag in de duinen met mijn Boston terriër Teun. Hij is 2 jaar oud en vindt het fantastisch om te rennen en te spelen. Hij is klein van stuk, maar gaat onbevreesd door het leven en speelt met elk ras even graag. Van Boxer en Duitse Herder tot Jack Russel en Maltezer.
Zo ook vanmiddag, we hadden al een rondje gehad zonder veel mensen te zijn tegen gekomen, tot ik een grote zwarte hond zag staan. Het bleek Pip, een jeugdige Flatcoated Retriever te zijn, die Teun al snel in de smiezen had gekregen. Ik zag hem de situatie even inschatten en toen ging hij er vol enthousiasme als een speer op af. Hij rende (als altijd) met een grote triomfantelijke boog om de grote hond heen en benaderde hem daarna vanaf de achterkant. Hij beoordeelde de intenties van zijn mogelijk toekomstige speelgenoot en beoordeelde de flatcoat in een milliseconde als geschikt speelmaatje. Hij sprong tegen de hond aan en rende vervolgens weg. De flatcoat begreep het niet helemaal en bleef stil staan. Vervolgens deed Teun het nogmaals en toen kwam de grote hond in beweging en kon de klopjacht beginnen. Teun rende behendig voor de hond uit, stopt af en toe voor een stoeipartij en rende daarna weer weg, zodat de achtervolging weer ingezet kon worden. Dit kat en muis spel is wat Teun het leukste vindt om te doen en dit is wat hij bij ieder speelmaatje voor elkaar probeert te krijgen. Vaak met veel succes.
Een standaard reactie van het baasje van de grote hond is; ‘Pip doe eens zachtjes met dat kleintje’ of tegen mij; ‘sorry hoor dat hij zo lomp doet, maar hij is nog jong.’ Ik dacht eens na over deze reactie, want toen ik zelf nog een boxer zei ik iets soortgelijks ook vaak tegen andere baasjes van kleine honden. Maar wat gebeurt er nu werkelijk als je kijkt zonder menselijk oordeel;
Teun is klein, maar hij weet dat hij sneller en wendbaarder is dan zijn grotere speelkameraad. Dat is zijn kracht. En ook al weet hij van te voren niet zeker dat deze geen kwaad in de zin heeft, hij past zijn introductie zo toe, dat hij altijd weg kan rennen indien nodig. Hij gaat uit van zijn eigen zintuigen, kracht en snelheid en dat maakt dat hij, ondank dat hij klein is, niet bang is om te spelen met honden die 10 keer zo groot zijn. Hij belemmert zichzelf dus niet door alleen maar op safe te spelen en rassen van een gelijk formaat uit te kiezen, maar gaat uit van zijn eigen kracht. Dat geeft hem zelfvertrouwen.
Terwijl als je kijkt naar de reactie van de baasjes; wij zien een klein kwetsbaar hondje dat het opneemt tegen een grote loebas, die zich op zijn beurt moet aanpassen aan het kleine formaat van de ‘zwakste’, maar zo ‘asociaal’ is dat hij dat niet doet. Dat is zielig en niet netjes.
Toch zouden wij als mens veel kunnen leren van deze honden mindset; Teun gaat uit van zijn eigen kracht en stelt zich open en Pip ziet een vrolijk hondje dat met hem wil spelen ‘en ze speelden nog lang en gelukkig, punt.’ Niet meer en niet minder, geen vooroordeel, opgelegd gewenst gedrag of beperkende overtuigingen, alleen maar een eerlijke authentieke manier van omgaan met elkaar en het plezier volgt vanzelf.
Als wij meer zouden leren kijken, voelen en vertrouwen als Teun en Pip in dit geval, dan maakt het dus niet uit in welke situatie je je bevindt. Als je weet wat je eigen kracht is en durft te vertrouwen op je eigen waarneming en intuïtie dan ben je vrij om te gaan en staan waar je maar wilt. Dan kom je altijd op je, vrije, blije pootjes terecht.